bomen bieden de hoogste netto zuurstofproductie in vergelijking met andere vegetatie, omdat zij een groot deel van het CO2 omzetten in hout en wortels. De CO2-fixatie is daarom veel hoger in bossen dan in weilanden of velden, waardoor ze een deel van de CO2-uitstoot kunnen compenseren.
CO2-compensatie door bomen
de CO2-balans van bomen is sterk afhankelijk van het type boom, de locatie, de seizoenen en de perioden met hetzelfde klimaat of weer. Er zijn veel wetenschappelijke studies uitgevoerd om CO2-compensaties te bepalen. De volgende bronnen geven een overzicht:
- https://www.treesforall.nl
- https://www.treecological.be/
- Jaarlijkse Opname CO2 per boom en per meter haag of houtkant (bron: Vito 2012 ” Daarom groen! Waarom u wint bij groen in uw stad of gemeente”)
- https://www.ipcc-nggip.iges.or.jp/public/2006gl/vol4
- https://www.climateneutralgroup.com/
- http://www.arborenvironmentalalliance.com/carbon-tree-facts.asp
- Kritische analyse van calculators voor CO2-compensatie door middel van bosaanleg (studie Universiteit Gent-Promotor: prof. dr. ir. Kris Verheyen)
samenvattend kan worden geconcludeerd dat de jaarlijkse CO2-compensatie varieert van 21,77 kg CO2/boom tot 31,5 kg CO2/boom. Om 1 ton CO2 te compenseren zijn 31 tot 46 bomen nodig. In Europa zijn er 300 tot 500 bomen per hectare. Voor de berekening van de cijfers op de Encon website gaan we uit van een percentage van 24 kg CO2/boom en een gemiddelde van 500 bomen per hectare. Dit betekent dat 1 hectare bos: 500 bomen x 24 kg CO2 / boom = 12.000 kg CO2 compenseert, dat wil zeggen 12 ton CO2 / hectare.
sinds 2004 berekent Encon jaarlijks de besparingen die voortvloeien uit energiestudies, energiebesparingsprojecten en de productie van hernieuwbare energie. De besparingen worden project per project geanalyseerd op basis van een berekening en analyse van het rendement. De omrekeningsfactoren zijn gebaseerd op de volgende cijfers:
- 1,000 kWh elektriciteit: 400 kg CO2
- 1.000 kWh aardgas: 181 kg CO2
- 1L stookolie: 2.66 kg CO2
de berekening van de besparing is gebaseerd op de veronderstelling dat de technische installaties en de productie van hernieuwbare energie (PV-installatie en windturbines) een levensduur van 20 jaar hebben. Dit betekent dat energiebesparingen en hernieuwbare energieproductie voor een periode van 20 jaar worden meegenomen in de berekening van de jaarlijkse CO2-besparingen.