het Evangelie van Johannes onderscheidt zich sterk van de eerste drie evangeliën, Matteüs, Marcus en Lucas. Deze drie evangeliën, die de synoptische evangeliën worden genoemd, lijken sterk op elkaar in vergelijking met het Evangelie van Johannes. De thema ‘ s in Johannes vallen op in tegenstelling tot die in andere Vroegchristelijke geschriften. Johannes zegt dat Jezus het woord van God is, dat in geen enkel ander evangelie te vinden is, samen met hem de Schepper van het universum te noemen. De meeste verhalen in Johannes zijn uniek voor Johannes en kunnen nergens anders worden gevonden. De woorden en daden die in Johannes worden opgetekend, komen alleen in Johannes voor. Bijvoorbeeld, het verhaal van Jezus die water in wijn veranderde komt alleen voor in het Evangelie van Johannes, samen met Jezus die Lazarus uit de dood opwekte. Lange verhandelingen en dialoog, waaronder de dialoog met Nicodemus, zijn uniek voor Johannes. Er zijn niet zo veel wonderen gevonden in Johannes, maar degenen die erin zijn veel spectaculairder dan degenen in een ander evangelie. Er is ook geen Messiaans geheim. Jezus verbergt zijn capaciteiten niet. Hij wil laten zien wie hij is.
Johannes portretteert Jezus als ” een God striding over the face of the earth.”Hij doet dit door zijn goddelijke kwaliteiten te benadrukken die in veel van de evangeliënverhalen te zien zijn. Johannes portretteert de relatie van Jezus met Judas heel anders dan in het evangelie van Marcus. In het evangelie van Johannes gaan Jezus en zijn discipelen naar een hof om te bidden en Judas wist van de plaats. Jezus was zich bewust van wat er ging gebeuren. In het Evangelie van Johannes wordt Jezus afgeschilderd als veel meer aanvaarding van zijn lot dan in het Evangelie van Marcus. In het Evangelie van Marcus wordt Jezus beschreven als bedroefd en onrustig. Hij was diep bedroefd over wat er ging gebeuren. Toen de discipelen in slaap vielen terwijl Jezus aan het bidden was, werd Jezus boos op hen. Hij is veel minder begripvol in het Evangelie van Marcus. Het volgende deel is Jezus ‘ Mars naar de plaats van zijn dood. In het Evangelie van Johannes droeg Jezus zelf het kruis naar Golgotha, maar in het Evangelie van Marcus had Jezus hulp van Simon van Cyrene. Het volgende deel is Jezus aan het kruis. In Johannes zegt Jezus dat het voorbij is en buigt zijn hoofd en sterft. In Marcus roept Jezus uit: “Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten.”Jezus aanvaardt zijn lot niet in Marcus zoals hij dat in Johannes doet. Het laatste gedeelte waar ik naar keek is de lege tombe. In Johannes, toen Maria Magadalena, Simon Petrus en de geliefde discipel het lege graf vonden, zaten er hoeken op de plaats waar Jezus was en zij vreesden niet wat zij zagen. In Markus vinden Maria Magadalene, Maria Moeder van Jakobus en Salome het lege graf. Ze vertelden niemand wat ze zagen omdat ze bang waren.
John ‘ s versie komt meer overeen met het genre van een oude biografie omdat een oude biografie een deel moet bevatten over de dood en het leven na de dood. In Johannes, degenen die Jezus’ lege tombe vinden en die Jezus lijkt hem niet te vrezen zoals ze doen in Markus. Het zou veel moeilijker zijn om mensen van Jezus’ opstanding te overtuigen als degenen die hem zagen bang waren.