in deze clip van onze ‘Bridge For Bristol’ DVD legt de gepensioneerde Brugmeester David Anderson uit hoe Brunel en zijn team de kloof, 75 meter boven het water, wisten over te steken.
om een oversteek over de rivier de Avon te beginnen, werden hennepkabels langs de kant van de kloof genomen, per boot de rivier overgestoken en aan de andere kant omhoog getrokken. Deze touwen werden gebruikt om zes draadkabels over de kloof te trekken, die waren geplankeerd en gebonden met ijzeren hoepels, waardoor een voetpad werd gemaakt.
twee kabels werden toegevoegd om leuningen te maken – en op hoofdhoogte was er een andere kabel, waarlangs een ’traveller’ liep, een licht frame op wielen dat elke schakel van de ketting naar het midden droeg.
de brug was niet alleen een loopbrug, maar fungeerde ook als staging waarop de ketting rustte toen nieuwe schakels werden toegevoegd. De tijdelijke brug werd verankerd met touwen aan de rotsen beneden om stabiliteit te bieden in de wind.
toen de eerste keten voltooid was, werd de tweede bovenaan gebouwd, daarna de derde. Met de kettingen werden complete verticale ophangstangen aan de kettingen bevestigd door de bouten die de kettingen aan elkaar koppelden.
twee enorme balken lopen over de volledige lengte van de brug, zichtbaar voor ons vandaag als de scheiding tussen de voetweg en de weg. Twee lange-jibbed kranen (een aan elke kant) werden gebruikt om 5 meter lange delen van de liggers op hun plaats te zetten waar ze aan de ophangst konden worden bevestigd.
dwarsbalken eronder vormden een stijve structuur. De vloer van de rijbaan werd vervolgens geplaatst met behulp van Baltische dennenhouten dwarsliggers.