in belangrijke opzichten leek de Eerste Wereldoorlog opvallend anders dan zelfs vrij recente oorlogen. Wat in grote lijnen het verschil veroorzaakte was niet de kwaliteit van het commando of het veranderen van het moreel. Het was industriële mobilisatie en technologische vooruitgang. De opkomst van nieuwe wapens en van nieuwe methoden om deze in volume en snelheid te produceren, hebben een cruciale rol gespeeld bij het veranderen van de aard van de oorlog.De bijzondere kwaliteiten van de Grote Oorlog van 1914-1918 werden zeker niet alleen bepaald door de technologie. Ook andere factoren, zoals de diepgang van de kwesties die op het spel staan (“deze oorlog is leven en dood”) en de relatieve gelijkheid in middelen en vastberadenheid tussen de belangrijkste rivalen, hebben de aard van het conflict sterk beïnvloed. Maar bij het afbakenen van de dominante aspecten van die strijd, moet de bijdrage van industrialisatie en technologie en een cultuur van inventiviteit op de loer liggen.Toegegeven, in sommige opzichten leidde de transformatie van wapens onder invloed van de industrialisatie niet noodzakelijk tot een nieuw soort oorlog. Het slagschip van 1914 was enorm anders dan het slagschip van 1805, maar de Grote Oorlog op zee was niet opvallend anders dan de zeeoorlog tegen Napoleon. Oorlog in de lucht was een geheel nieuw fenomeen, maar het vliegtuig had nog geen staat van ontwikkeling bereikt waar het het gezicht van de strijd fundamenteel kon veranderen.Maar in het geval van de landoorlog maakten nieuwe wapens en nieuwe hoeveelheden wapens inderdaad een groot verschil voor de aard en de gevolgen van militaire operaties. In grote mate creëerden zij de kenmerken waardoor deze strijd het best wordt herinnerd: patstelling, onbeweeglijkheid, grote uitputtingsslag en ‘futiliteit’.