Microsoft Exchange Server

Microsoft Exchange Server is Microsoft ‘ s e-mail, agenda, contact, planning en samenwerking platform. Het wordt ingezet op het Windows Server-besturingssysteem (OS) voor zakelijk gebruik. Microsoft heeft Exchange Server ontworpen om gebruikers toegang te geven tot het berichtenplatform vanaf mobiele apparaten, desktops en webgebaseerde systemen. Telefoonmogelijkheden in Exchange Server ondersteunen spraakberichten.

Exchange-gebruikers werken samen via het delen van agenda ‘ s en documenten. Met de opslag-en beveiligingsfuncties in het platform kunnen organisaties inhoud archiveren, zoekopdrachten uitvoeren en compliancetaken uitvoeren. Exchange Server is in de loop van de tijd geëvolueerd, en het is nu een fundamenteel onderdeel van Office 365 as a software as a service (SaaS) aanbieden in de Microsoft cloud met Microsoft als de service provider.

Hoe werkt Exchange Server?

Exchange Server is een samenwerkingsproduct van ondernemingsklasse dat zich voornamelijk richt op het verzenden, ontvangen en opslaan van e-mailberichten. Naast het beheren van messaging verkeer, Exchange Server biedt een aantal andere functies voor samenwerking, zoals agenda ‘ s, en strakke integratie met andere Microsoft Office-toepassingen.

Exchange Server staat bekend om zijn high availability (HA) functies die een continue service garanderen in verschillende uitvalscenario ‘ s. Dit omvat ontwerppaden die service kunnen garanderen tijdens storingen met één server of uitval van het datacenter.

Exchange Server 2019 features

de 2019 release biedt aanzienlijk snellere en betrouwbaardere failover tussen servers. Het is ontworpen om de algehele prestaties te verbeteren en te profiteren van de nieuwste opslaghardware, waaronder grotere schijven en solid-state drives (SSD ‘ s).

extra functies in Exchange server 2019 zijn onder andere::

• biedt ondersteuning voor maximaal 256 GB geheugen en 48 CPU-cores;
• maakt installaties op Windows Server Core mogelijk;
• maakt het mogelijk om Externe toegang tot Exchange admin center (EAC) en de Exchange Management Shell Native te blokkeren;
• maakt gebruik van dynamische geheugencache-toewijzing om het geheugengebruik voor actieve databases te optimaliseren;
• verhindert dat deelnemers uitnodigingen voor vergaderingen doorsturen;
• biedt eindgebruikers extra opties voor niet-Office;
• stelt beheerders in staat om vergaderingen te annuleren die werden georganiseerd door een gebruiker die het bedrijf heeft verlaten;
• stelt beheerders in staat om gedelegeerde machtigingen toe te wijzen; en
• maakt het mogelijk om e-mailadressen die niet-Engelse tekens bevatten Native te routeren en te leveren.

samen met deze extra functies in Exchange 2019, zijn de functie Unified Messaging (UM) en alle bijbehorende functionaliteit verwijderd uit Exchange 2019. september. 16, 2019, blog op de Exchange Team site aangegeven Microsoft zou duwen de uitgebreide ondersteuning van Exchange Server 2010 van Jan. 14, 2020, tot okt. 13, 2020, om Exchange Server 2010 klanten meer tijd te geven om hun migraties te voltooien.

beheerders die Exchange Server 2010-workloads uitvoeren op Windows Server 2008 moeten aanpassingen maken vanwege de Jan. 14, 2020, einde van het leven voor die server OS.

Exchange Server 2019 vereisten

aan de volgende vereisten moet worden voldaan om Exchange te installeren 2019:

• Exchange 2019 kan worden geïnstalleerd in Active Directory (AD) forests met bestaande Exchange 2016 en / of 2013 servers. Er mogen geen eerdere versies van Exchange worden geïnstalleerd in hetzelfde forest als Exchange 2019.
• op alle domeincontrollers in het AD-forest moet Windows Server 2019 Standard of Datacenter, Windows Server 2016 Standard of Datacenter of Windows Server 2012 R2 Standard of datacenter worden uitgevoerd.
• het functieniveau AD forest moet Windows Server 2012 R2 of hoger zijn.
• de server die host voor Exchange 2019 moet een 64-bit processor gebruiken.
• de server die host voor Exchange 2019 moet 128 tot 256 Gigabyte (GB) willekeurig toegangsgeheugen (RAM) hebben.
• New Technology File System (NTFS) is vereist op alle schijfpartities die de systeempartitie, Exchange binaries, diagnostische logs en transportdatabase bevatten. Resilient File System (ReFS) kan worden gebruikt op partities met mailbox databases en transactielogboeken.

Exchange Server hoge beschikbaarheid

Exchange Server heeft een aantal belangrijke functies om veerkracht en HA te behouden. De mailbox server componenten van Exchange vertrouwen op database availability groups (DAGs). Clienttoegang servercomponenten zijn afhankelijk van taakverdeling.

databasebeschikbaarheidsgroepen

de DAG is het fundamentele Uitwisselingssubsysteem om HA te garanderen. De DAG werd voor het eerst geïntroduceerd in Exchange 2010 en werd al snel een van de belangrijkste subsystemen binnen Exchange.

de DAG is een groep van maximaal 16 Exchange servers die automatisch databases kopieert tussen leden om redundantie te bieden in het geval van een storing op databaseniveau of op serverniveau. Elke lidserver van een DAG kan een kopie van een database hosten van elke andere lidserver van de DAG. Zodra een kopie van een database aan een andere server is toegevoegd, wordt die kopie automatisch bijgewerkt en op elk moment geactiveerd.

de DAG is gebaseerd op Windows Clustering en niet op technologie die specifiek is voor het Exchange Team zelf. Dit kan betekenen dat, soms, functies en bugs in Windows Server kan een aanzienlijke invloed hebben op hoe Exchange functies.

Active Manager

Active Manager (AM) is de Exchange-component die verantwoordelijk is voor het beheren van failover-gebeurtenissen binnen een Exchange-omgeving. AM draait in Microsoft Exchange Replication Service op alle Exchange 2016 servers. Wanneer een Exchange server is verbonden met een DAG, worden twee AM-rollen op die server uitgevoerd: primaire actieve Manager (PAM) en Standby actieve Manager (SAM).

de dag-lidserver die eigenaar is van de cluster quorum-bron zal de PAM-rol hebben. Als het dag-knooppunt dat de quorumbron bevat mislukt, wordt de PAM-rol verplaatst naar de server die de eigenaar van de quorumbron wordt.

de SAM is verantwoordelijk voor het verstrekken van informatie aan de andere Exchange-componenten die AM-clients draaien over welke databasekopie momenteel actief is. De SAM detecteert wanneer een database faalt en vraagt de PAM om de failover event te starten. De SAM is niet verantwoordelijk voor het selecteren van welke kopie van de database wordt geactiveerd na een storing. Dat proces heet best copy and server selection (BCSS).

selectie Beste kopie

wanneer een databasefout wordt gedetecteerd, neemt AM stappen om de fout te herstellen door de beste kopie van de uitgevoerde database te selecteren die moet worden geactiveerd. Het BCSS proces gaat als volgt:

1. een storing wordt gedetecteerd door AM of door Managed Availability. Dit proces kan ook worden gestart door een beheerder die een doelloze omschakeling initieert.
2. de PAM start het interne algoritme van BCSS.
3. het acll-subproces (attempt copy last logs) probeert ontbrekende logbestanden te kopiëren van de server die als laatste de actieve kopie van de database heeft gehost.
4. wanneer het ACLL-proces is voltooid, wordt een AutoDatabaseMountDial-waarde gecontroleerd op servers die kopieën van de database hosten en wordt deze vergeleken met de lengte van de kopieerwachtrij van de database die wordt geactiveerd. Als het aantal ontbrekende logbestanden kleiner is dan of gelijk is aan de waarde van AutoDatabaseMountDial, gaat AM door naar stap vijf. Zo niet, zal AM dit proces opnieuw starten bij stap twee.
5. de PAM geeft een mount request uit aan de informatiewinkel. Als de database niet wordt gemount, gaat AM terug naar stap twee.

er is enige extra logica in dit proces als de failover-gebeurtenis wordt geactiveerd door een bewakingsgebeurtenis. De extra logica zal ervoor zorgen dat de server die de actieve database overneemt in een betere gezondheid is dan de server waar het vandaan komt.

dag quorum modes

een DAG is een specifieke implementatie van een Windows Server Cluster. De Exchange componenten van DAGs vertrouwen op de onderliggende Windows Server Cluster technologie om te werken. Het concept van quorum is essentieel om te begrijpen hoe te implementeren en beheren van DGS.

Quorum is het idee dat, in het geval van een mislukking van sommige DAG-leden, er regels zijn om te bepalen welke middelen de resterende leden kunnen verstrekken. Deze quorum rule sets bestaan om een consistente werking van een DAG te bieden en fungeren als een tiebreaker in situaties waar DAG nodes de communicatie met elkaar verliezen.

wanneer een DAG een even aantal nodes heeft, gebruikt Het Node & File Share Majority quorum mode. In deze modus fungeert een externe getuige server als de tiebreaker. Bij het draaien in deze modus, elk dag node lid krijgt een enkele stem, maar de witness server geeft een van de dag nodes een extra stem. De clusterquorumgegevens worden opgeslagen op de lokale systeemschijf van elk lid, maar de witness-server heeft een afzonderlijk bestand dat naar één DAG-lid verwijst als de meest bijgewerkte kopie van de dag-clusterquorumgegevens.

wanneer een DAG een oneven aantal leden heeft, gebruikt het de quorummodus voor Knooppuntmeerderheid. In deze modus krijgt elk DAG-lid een stem en wordt de lokale systeemschijf van elk Lid gebruikt om clusterquorumgegevens op te slaan.

het is mogelijk om handmatig specifieke DAG-leden met gewogen quorumstemmen toe te wijzen. Dit wordt in de meeste gevallen niet aanbevolen en mag alleen worden gedaan na rechtstreeks overleg met Microsoft support.

Datacenteractiveringscoördinatiemodus

datacenteractiveringscoördinatiemodus (DAC) is een functie van DAGs die is ontworpen om situaties te voorkomen waarin een storing ertoe leidt dat twee kopieën van een database live zijn op twee verschillende servers. DAC-modus vereist handmatige interventie wanneer de server die de database host een meerderheid van de dag-leden servers niet kan bereiken.

Microsoft best practices vragen om de DAC-modus te activeren op elke DAG met twee of meer leden en die continue replicatie gebruikt. De enige gevallen waarin de DAC-modus voor een DAG niet wordt aanbevolen, zijn als de beheerder een replicatietool van derden gebruikt.

wanneer DAC actief is, is er extra communicatie tussen dag-knooppunten bij het opstarten die het DAC-Protocol (DACP) gebruiken. DACP is ingesteld op 0 bij opstarten. Als de DACP bit op 0 blijft, zal AM niet proberen om databases op dat knooppunt te starten. De DACP bit kan ook worden ingesteld op 1 als een ander dag lid zijn DACP bit heeft ingesteld op 1 of wanneer een dag node contact kan opnemen met alle servers op zijn dag lidmaatschap lijst.

DAC-modus is handig wanneer een primair datacenter volledig uitvalt en een back-updatacenter is geactiveerd. Wanneer de stroom wordt teruggestuurd en servers verschijnen voordat de WAN-verbinding (wide area network) weer online is, voorkomt de DAC-modus dat verschillende kopieën van dezelfde databases actief worden in beide datacenters.

voor een dag met twee nodes gebruikt de DAC-modus een vergelijking van de opstarttijd van de alternatieve witness-server en de tijd dat de DACP-bit op 1 werd ingesteld om te bepalen of het databases kan mounten. Als de DACP bit eerder was ingesteld op 1 dan de opstarttijd van de alternatieve witness server, gaat het systeem ervan uit dat de twee servers op hetzelfde moment werden herstart-mogelijk vanwege een stroomstoring in het primaire datacenter-en het DAG lid is niet toegestaan om databases te mounten. Als de DACP bit op 1 gezet werd na de opstarttijd van de alternatieve witness server, gaat het systeem ervan uit dat het veilig is om databases te mounten.

Databasebeschikbaarheid Groep cmdlets en split-brain conditions

Split brain is een situatie waarin twee verschillende kopieën van dezelfde database tegelijkertijd actief worden in verschillende datacenters. Wanneer dit gebeurt, verschillen de twee verschillende kopieën van de database, waardoor het potentiële verlies van gebruikersgegevens wanneer de twee verschillende kopieën proberen te verzoenen.

naast het voorkomen van split-brain aandoeningen, maakt de DAC-modus het mogelijk om databasebeschaibiliteitgroep-cmdlets te starten, te stoppen en te herstellen. Deze cmdlets worden gebruikt om handmatige datacenter switchovers uit te voeren. Wanneer de DAC-modus niet actief is, is het proces van een handmatig datacenter complex en omvat zowel Exchange tools als een Clusterbeheer.

stel je een situatie voor waarin een Exchange-omgeving bestaat uit vier servers die elk een kopie van dezelfde database hebben. Twee van deze servers bevinden zich in datacenter A en twee in datacenter B. Een netwerkfout treedt op in de verbinding tussen de twee datacenters. Zonder DAC-modus ingeschakeld, zou het mogelijk zijn voor servers in elk datacenter om te denken dat ze nodig hebben om een kopie van de database te activeren.

DAC-modus voorkomt dit split-brain scenario door node meerderheid te vereisen voordat een database kan worden geactiveerd. Knooppuntmeerderheid betekent dat de meeste knooppunten in het cluster-of DAG in dit geval-online en bereikbaar moeten zijn voor een dag-knooppunt om een databasekopie te kunnen activeren. Als er een even aantal knooppunten in de DAG, dan is de file share witness zal ook werken als een stemgerechtigd lid om knooppunt meerderheid te bepalen.

in het hierboven beschreven geval met een cluster met vier knooppunten en twee knooppunten in elk datacenter, zouden alleen de Exchange servers in het datacenter met de file share witness databases kunnen activeren. De dag nodes in het andere datacenter zou worden verhinderd om alle databases te activeren totdat ze in staat waren om contact op te nemen met alle servers die worden vermeld als leden van de DAG.

Third-site witness

een functie toegevoegd aan Exchange in het era van 2013 was ondersteuning voor een third-site witness, die de macht heeft om alle bronnen online te brengen zonder tussenkomst van de beheerder. Wanneer elke site een onafhankelijk netwerkpad heeft naar de derde-site witness, kunnen de knooppunten op één site quorum handhaven met behulp van de witness server. Het nadeel van het gebruik van een third-site witness is dat Exchange-beheerders de nodige tijd moeten nemen om in te graven en hun netwerkgedrag grondig te begrijpen.

taakverdeling

taakverdeling is een manier voor beheerders om te beheren welk netwerkverkeer naar elke Exchange-server binnen een netwerk wordt geleid. Meestal is het wenselijk om de distributie van inkomende clientverbindingen tussen Exchange 2016-servers te beheren om twee redenen:

1. om de werkdruk te verdelen. Als iemand gaat om de moeite van het opzetten en onderhouden van meerdere Exchange servers, is het een goed idee om al die Exchange servers doen wat werk op een regelmatige basis.
2. om de impact van een storing te verminderen. Als er iets mis gaat, is het leuk om een redundant systeem te hebben om de werklast van het mislukte systeem over te nemen.

load balancing complementen DAGs. De taak van een DAG is: (1) om ervoor te zorgen dat er meerdere kopieën van elke mailbox klaar zijn om te worden geactiveerd en (2) om clientaanvragen te accepteren in het geval de actieve kopie niet beschikbaar is. Load balancing werkt ongeveer op dezelfde manier; het is de taak om ervoor te zorgen dat er andere plaatsen zijn om clientverkeer te verzenden als één plaats niet beschikbaar is.

taakverdeling kan zich uitstrekken tussen twee of meer Exchange servers in een enkele site, of het kan meerdere sites overspannen. Een Voorkeursarchitectuur (PA) Exchange implementatie zou vier Exchange servers verdeeld over twee afzonderlijke ad sites. Huidige versies van Exchange ondersteunen Layer 4, Layer 7 en domain name system (DNS) round-robin load balancing.Exchange Pa is de ideale Exchange-implementatie, zoals voorzien door het Exchange-Team van Microsoft. De PA is ontwikkeld met total cost of ownership (TCO), HA, veerkracht, redundantie en herstel in het achterhoofd. De PA is niet bedoeld om te worden gebruikt als een volwassenheidsmodel; het was ontworpen om te worden gebruikt als inspiratie.

Exchange-Serverclients

Exchange-gebruikers hebben toegang tot en interactie met berichten via een e-mailclient. Microsoft Outlook is de meest voorkomende client. Exchange Server 2016 ondersteunt ook de volgende:

• Outlook 2016
• Outlook 2013
• Outlook 2010 Service Pack 2 (SP2)
• Outlook voor Mac voor Office 365
• Outlook voor Mac 2011

Outlook is ook beschikbaar als een web-based applicatie, de naam Outlook op het web — voorheen Outlook Web App en vaak afgekort tot OWA — voor de gebruikers toegang tot en interactie met berichten uit veel verschillende webbrowsers. Outlook op het web laat gebruikers koppelen en delen van documenten die zijn opgeslagen in OneDrive for Business in een on-premises SharePoint server. Dit creëert een eenvoudiger en directere manier voor eindgebruikers om bestanden op te slaan en toe te voegen aan e-mails.

voors en tegens van Exchange Server

hoewel het gemakkelijk is om te praten over de voors van het gebruik van Microsoft Exchange, kan het moeilijk zijn om eventuele nadelen te identificeren, naast licentiekosten. Op dit moment zijn er weinig, of zelfs geen, echte concurrenten om uit te wisselen.

Exchange on-premises — alle versies bij elkaar opgeteld — heeft waarschijnlijk de grootste actieve gebruikersgroep, maar Microsoft publiceert geen nummers over het aantal actieve gebruikers, noch in Exchange on-premises, noch in Exchange on-premises. Outlook.com nu draait op uitwisseling, dus uitwisseling op locatie, uitwisseling Online en Outlook.com waarschijnlijk hebben meer totale gebruikers (zakelijk en persoonlijk) dan Gmail (zakelijk en persoonlijk). Elke andere concurrerende messaging platform na Microsoft ’s en Google’ s aanbod hebben relatief kleine zakelijke gebruikers bases.

na Microsoft ’s en Google’ s business messaging platforms, is de grootste oplossing in termen van geïnstalleerde user base waarschijnlijk Lotus Notes. Vergelijkingen tussen Notes en Exchange zijn moeilijk omdat Notes niet in de eerste plaats een messaging-oplossing is. Lotus Notes is een database-oplossing die messaging-functionaliteit bevat. Bovendien heeft IBM vanaf 30 juni 2019 het eigendom van Lotus Notes verkocht aan HCL en zal het niet langer dat product updaten.Zimbra is de grootste op Linux gebaseerde messaging-oplossing. Er zijn zowel on-premises en Serial-Attached SCSI (SAS)-gebaseerde Zimbra oplossingen beschikbaar. Er zijn open source versies van Zimbra beschikbaar, die verschillende licentie-opties bevatten.

alle verschillende messaging oplossingen met verschillende functies en focus maken een rechte pro en contra vergelijking moeilijk. Hieronder staan een aantal high-level pro en con vergelijkingen. Deze lijsten zijn niet bedoeld als definitief.

Exchange on-premises vs Exchange Online

de meest voorkomende keuze voor bedrijven die op zoek zijn naar een messaging-oplossing zal zijn tussen Exchange on-premises en Exchange Online.

Exchange on-premise
Voors	Nadelen
Beheerders kunnen een upgrade plannen en de beschikbaarheid van functies	Hardware reparaties zijn de verantwoordelijkheid van de beheerder
eenmalige licentiekosten	Moet lokaal worden beheerd, on-site
niemand buiten de organisatie toegang heeft tot de servers of gegevens	Hardware-en software kosten moeten worden afgeschreven

Exchange Online
Voors	Nadelen
Geen noodzaak om de hardware of software	Flexibele oplossing
Maandelijkse licentie kosten	Potentiële verlies van de controle van uw gegevens
99.9% uptime service-level agreement (SLA)	Mogelijk duurder
	Mogelijk vergt het bijhouden van gerelateerde on-premise software up-to-date

Exchange Online vs. Gmail

Exchange Online
Pros	Con
Integration with other Office 365 applications	More expensive than Gmail
Hybrid integration with Exchange on-premises

Gmail
Pro	Cons
Less expensive than Exchange Online	Less complete suite of software
	No hybrid options
	geen AD-integratie

Microsoft Exchange Online

Microsoft biedt Exchange aan als een SaaS-aanbod met de naam Exchange Online. Het is beschikbaar als een stand-alone service of als onderdeel van de Office 365 suite. Eindgebruikers maken verbinding met Exchange Online via de Outlook-client of Outlook op het web. Beheerders met Office 365-beheerdersmachtigingen configureren en beheren de service. Microsoft biedt Exchange as a hosted service aan om het administratieve werk met Exchange on-premise implementaties te verminderen.

Exchange Server pricing

Exchange Server pricing kan sterk variëren afhankelijk van hoe het wordt aangeschaft en welke versie wordt aangeschaft.

Exchange on-premises wordt per server verkocht. Daarnaast is een Client Access License (CAL) vereist voor elke gebruiker die toegang heeft tot Exchange. Exchange-Server moet worden geïnstalleerd op een server waarop het Windows Server-besturingssysteem wordt uitgevoerd, dat ook een licentie moet hebben met een per-server plus CAL-model. De server moet zijn geïnstalleerd in een AD forest met ten minste één DC.

Exchange-Server zelf bestaat uit twee licentieniveaus: Standaard en Enterprise. Exchange CAL ‘ s komen ook in standaard en Enterprise. Elke gebruiker moet een Windows Server standaard CAL hebben en kan een Enterprise CAL hebben voor extra functionaliteit. Zowel de standaard als Enterprise CAL ‘ s kunnen worden gebruikt met beide server edition.

Exchange Online wordt per gebruiker, per maand verkocht als een op zichzelf staand aanbod of als onderdeel van een Office 365-bundel. Er zijn twee zelfstandige plannen. Exchange Online Plan 1 — $4 per gebruiker, per maand — biedt veilige en beschikbare zakelijke e-mail, met een mailbox van 50 GB per gebruiker. Exchange Online Plan 2 — $8 per gebruiker, per maand — bouwt voort op Plan 1 en bevat onbeperkte opslag, gehoste voicemail en DLP-functionaliteit (data loss prevention).

geschiedenis van Exchange Server

Exchange Server werd voor het eerst uitgebracht in een privé preview in 1993. In 1996 werd de eerste openbare versie van Exchange Server uitgebracht als Exchange 4.0. De 4.0 versienummer in de eerste release van Exchange was bedoeld om aan te geven dat het was de upgrade van Microsoft Mail 3.5, maar dit waren twee drastisch verschillende programma ‘ s. Exchange 4.0 gebruikte de X.500 protocol voor directory diensten en postbezorging.In 1997 werd Exchange 5.0 uitgebracht. Dit was de eerste versie van Exchange met Simple Mail Transfer Protocol (SMTP) als het Mail server delivery protocol. SMTP maakte Exchange 5.0 de eerste versie in staat om te communiceren met andere messaging platforms over het internet. Exchange 5.0 introduceerde ook OWA in Exchange 5.0 in een post-release service pack.Exchange 5.5 werd minder dan een jaar na Exchange 5.0 uitgebracht en was de eerste versie van Exchange die in Standard-en Enterprise-versies kwam. Uitwisseling 5.5 omvatte ook de introductie van herstel voor verwijderde items en ondersteuning voor Internet Message Access Protocol 4 (IMAP4) en Lightweight Directory Access Protocol (LDAP) v3 clients.Exchange Server 2000 werd twee jaar later uitgebracht om samen te vallen met de release van AD. Exchange 2000 bevatte een Instant Messaging functie die later werd afgesplitst naar Office Communications Server. Exchange Server 2000 werd niet algemeen toegepast.

Exchange Server 2003 was een enorme stap voorwaarts voor Exchange, zowel wat betreft functionaliteit als adoptie. Exchange Server 2003 begon de trend om verschillende Exchange servers te differentiëren om aan verschillende functies te voldoen. Hoewel dezelfde software op alle Exchange servers was geïnstalleerd, ondersteunde 2003 het idee om sommige servers aan te wijzen als front-end servers om clientverbindingen te hosten. Exchange 2003 maakte ook migraties van eerdere versies van Exchange veel gemakkelijker door het naast elkaar bestaan van 2003-servers in organisaties die nog steeds eerdere versies draaiden.Exchange Server 2007 was een andere belangrijke versie met veel nieuwe functionaliteit. Bij de release, Exchange 2007 geen ondersteuning voor openbare mappen, maar die ondersteuning werd geretourneerd met Service Pack 1 (SP1) na klachten van klanten. Exchange 2007 was het eerste grote Microsoft-product dat PowerShell volledig omarmde. Voor het eerst was Alle functionaliteit van Exchange beschikbaar als PowerShell-commando ‘ s, hoewel sommige functionaliteit geen grafische gebruikersinterface (GUI) – besturingselementen had.Exchange 2007 introduceerde ook het concept van volledig gescheiden Exchange-Serverrollen. 2007 omvatte vijf verschillende Exchange Server rollen die afzonderlijke software geïnstalleerd op de fysieke server. Vier van die rollen kunnen desgewenst op één fysieke server worden geïnstalleerd, maar elke rol kan ook op zijn eigen fysieke server worden geïnstalleerd.Exchange 2007 introduceerde ook UM om telefoondiensten te leveren “nadat de oproep is beantwoord” en omvatte meerdere databaseopties HA. Deze opties, waaronder meerdere manieren om een database cluster te bouwen, eindigde als ingewikkeld en verwarrend te implementeren en te onderhouden.Exchange 2010 was een kleine uitgave van Exchange Server. De belangrijkste verandering in Exchange Server 2010 was de invoering van de DAG en de verwijdering van de ingewikkelde clustering opties van Exchange 2007. Exchange 2010 omvatte en verbeterde op de server rol scheiding van Exchange 2007, en het verbeterde op de beschikbare load-balancing opties voor een betere Client Toegang beschikbaarheid. Office 365 werd voor het eerst uitgebracht tijdens de Exchange 2010-periode, en Exchange 2010 bevatte de eerste Exchange hybride functionaliteit tussen Exchange on-premise en Exchange Online.Exchange 2013 werd uitgebracht op Oktober. 11, 2012, naast nieuwe versies van SharePoint en Skype for Business. Deze release betekende Microsoft ‘ s intentie om strakkere integratie tussen de drie Office server Producten en hun Office 365 online versies te creëren. Site mailboxen werden geïntroduceerd in Exchange 2013 en opgenomen functionaliteit die toegang tot Exchange mailboxen en SharePoint inhoud samen mogelijk gemaakt.Exchange 2013 bevatte een belangrijke wijziging in openbare mappen, de zogenaamde moderne openbare mappen. Terwijl de basisfunctionaliteit van openbare mappen hetzelfde bleef, werd de achter-de-schermen architectuur gewijzigd om openbare mappen in dezelfde mailbox databases als gebruikers mailboxen op te nemen. Tijdens de levenscyclus van Exchange 2013 begonnen Microsoft-klanten zich af te vragen of Microsoft nieuwe versies van Exchange on-premises zou blijven ontwikkelen of alleen Exchange Online zou ondersteunen. De speculatie vond voornamelijk plaats omdat nieuwe Exchange functies begonnen te verschijnen in Exchange Online eerst, en dan zouden ze het maken in on-premises versies van de software.

Exchange 2016 heeft de mogelijkheid verwijderd om afzonderlijke Exchange-Serverrollen op afzonderlijke fysieke servers te installeren, met uitzondering van de rol voor Edge-Transport.

Exchange Server 2019 omvatte de mogelijkheid om Exchange Server op Windows Server Core te installeren. Dit was de eerste versie van Exchange die kon worden uitgevoerd en beheerd met een GUI. Alle UM functies zijn verwijderd uit Exchange 2019 in deze release, en nieuwe functies voor Exchange 2019 zijn toegevoegd.

Exchange Server-versies

de volgende lijst toont het versieverloop van Exchange Server met de bijbehorende Releasedatum en softwarebouw:

• Exchange Server 4.0 Standard Edition werd voor het eerst uitgebracht op 11 juni 1996 als build 4.0.837.Exchange Server 5.0 werd voor het eerst uitgebracht op 23 mei 1997 als build 5.0.1457.
• Exchange Server 5.5 werd voor het eerst vrijgegeven in Februari. 3, 1998, zoals gebouwd op 5.5.1960.
• Exchange 2000 Server werd voor het eerst uitgebracht in November. 29, 2000, als build 6.0.4417.
• Exchange Server 2003 werd voor het eerst uitgebracht in September. 28, 2003, as build 6.5.6944.Exchange Server 2007 werd voor het eerst uitgebracht op 8 maart 2007 als build 8.0.685.25.
• Exchange Server 2010 werd voor het eerst uitgebracht in November. 9, 2009, as build 14.00.0639.021.
• Exchange Server 2013 werd voor het eerst vrijgegeven Dec. 3, 2012, als Bouw 15.00.0516.032.
• Exchange Server 2016 werd voor het eerst uitgebracht okt. 1, 2015, als build 15.01.0225.042.
• Exchange Server 2019 werd voor het eerst uitgebracht okt. 14, 2018, als build 15.2.221.12.