Northern giant Pacific octopus (Foto door Karen/Wikimedia Commons)
De northern giant Pacific octopus (Enteroctopus dofleini) is de grootste, langst woonde octopus soorten. Hoewel de gemiddelde lengte en massa respectievelijk 5 meter en 20 tot 50 kilogram zijn, was de grootste geregistreerde individu 9,1 meter lang en woog 272 kilogram. Ze leven meestal drie tot vijf jaar. Net als andere octopussoorten is de noordelijke reuze Pacifische octopus erg slim en sommige zijn bekend om potten en complete doolhoven te openen.
hoe ziet het eruit?
deze koppotigen hebben een zacht, roodbruin lichaam en een grote, bolvormige kop. De mantel (membraan) die zijn lichaamsholte bedekt wordt omcirkeld door acht tentakels (armen), elk met twee rijen zuignappen eronder.
(klik op de afbeelding om te vergroten))
Waar is het gevonden?
deze soort komt voor in gematigde wateren in de noordelijke Stille Oceaan, variërend van Californië tot British Columbia en van Alaska tot Japan. Hij leeft in van nature voorkomende grotten met nauwe openingen in intergetijdenzones en in wateren tot 100 meter diep.
Wat zijn de aanpassingen?
dit dier is zowel een meester in vermomming als een ontsnappingskunstenaar. Speciale huidpigmenten genaamd chromatoforen laten het toe om kleur en textuur te veranderen om omringende organismen en objecten, zoals koraal, planten en rotsen, te matchen. Wanneer hij bedreigd wordt, trekt hij zijn mantelspieren samen en pompt water uit zijn lichaam door een trechterbuis om straalaandrijving te creëren voor een snelle ontsnapping. Het kan ook een zwarte inkt substantie door zijn sifon verdrijven.
wat eet het?
dit nachtdier jaagt meestal op schaaldieren (bv. krabben), andere weekdieren (bv. mosselen) en kleine vissen, die soms haaien en vogels eten. Het gebruikt gif in zijn speekselklieren om prooien te verlammen en zijn scherpe snavel om vlees te doorboren en door te scheuren en exoskeletten van schaaldieren open te breken.
hoe fokt hij?
het mannetje gebruikt een arm met een groef om een spermatofoor (een helder, geleiachtig, met sperma gevuld pakje) in een van de opnamepoorten van het vrouwtje te brengen. Na de paring zoekt het vrouwtje naar een geschikte plek om eieren te leggen, meestal een grot met een kleine opening. Dan legt ze duizenden witte, rijstkorrelige eieren langs het plafond van haar hol. Ze bewaakt haar eieren tot ze vier tot zes maanden later uitkomen, en laat ze nooit onbeheerd achter, zelfs niet om te eten. Kort na de voortplanting sterven beide geslachten.
Wat is de staat van instandhouding?
Populatieaantallen van deze soort zijn onbekend, maar de soort is veilig en komt veel voor in de wateren voor de kust van British Columbia. Het is echter gevoelig voor zijn omgeving en kan nadelig worden beïnvloed door vervuiling en klimaatverandering.