de internationale gasprijzen hebben het afgelopen jaar een achtbaanrit meegemaakt, van historische dieptepunten tot ongekende hoogtepunten. In dit Oies-commentaar analyseren we de oorzaken van deze prijsfluctuatie en bieden we vooruitzichten voor de komende winter. Om de verstorende effecten van de covid-19-pandemie in 2020 te voorkomen, vergelijken we het jaar tot nu toe (januari-augustus) 2021 met dezelfde periode in 2019. Op de wereldwijde LNG-markt werd de toename aan de aanbodzijde van de nominale exportcapaciteit gecompenseerd door uitval in een aantal exportfabrieken. De vraag naar LNG buiten Europa steeg daarentegen. Dit betekende dat de groei van het aanbod gewoon niet gelijke tred hield met de stijging van de vraag. Met Europa als de’ balanceringsmarkt ‘ voor wereldwijde LNG, werd zijn rol als absorber van overtollige volumes in 2019 in 2021 omgekeerd, omdat de Europese LNG-import daalde. Op de Europese markt ging de daling van de LNG-invoer gepaard met een daling van de Europese productie en de invoer via pijpleidingen van regionale leveranciers, met name Rusland. Toch bleef de vraag op hetzelfde niveau als in 2019, en aan de kloof werd voldaan door netto-opslagonttrekkingen. Daarom concluderen we dat met zowel de wereldwijde LNG-markt in het algemeen als de Europese markt in het bijzonder, de aanhoudende prijsrally wordt gedreven door fundamentals, met een extra ‘angstpremie’ dat de komende winter net zo koud zou kunnen zijn als die in 2020/21. Als dat het geval blijkt te zijn, zullen de huidige prijsniveaus blijven bestaan, en zelfs stijgen, terwijl een mildere winter de markt iets dramatischer zou kunnen zien.
Door: Mike Fulwood, Jack Sharples